Alles is vergeefs geweest als wij vergeten

Artikel Stadskoerier – 12-04-1995

Beeldhouwer Koen Vos legt laatste hand aan oorlogsmonument

Een dezer dagen zal een begin worden gemaakt met de voorbereidingswerk­zaamheden voor de plaat­sing van een oorlogsmonu­ment aan de Kamperzeedijk. Op het monument komen de namen van de slachtoffers die tijdens – de tweede wereldoorlog zijn gevallen. Naast de namen en een pas­sende bijbeltekst op het monument zal in het kort de historische gebeurtenissen waardoor de slachtoffers het leven verloren, worden ver­meld.

Hoewel er aanvankelijk enige discussie was over de plaats van het gedenkteken is uiteindelijk gekozen voor de plaatsing aan de Ooster­maat bij de toegangsweg tot de nieuwe ‘nieuwbouw’. De onthulling van het monu­ment met de veelzeggende spreuk ‘alles is vergeefs geweest als wij vergeten’, vindt plaats op 3 mei.

Speciaal voor de bewoners van de Kamperzeedijk, Mandjeswaard en de Pieper­polder is door de Dorpsraad en de Oranjevereniging Kamperzeedijk een brochu­re uitgegeven. In deze bro­chure worden de belangrijk­stegebeurtenissen uit de oorlogstijd die betrekking hebben op de Kamperzee­dijk en hun bewoners weer­gegeven. Voor de bewoners van dit gebied spitsen de gebeurtenissen zich eigen­lijk toe op een drietal histori­sche perioden, zoals de zogenaamde melkstaking van mei 1943, de inundatie van de Polder Mastenbroek in de herfst van 1944 en de slag in de Javazee in 1942.

monument
Foto bron: Genemuidenactueel.nl


Lammert Brink

Tijdens de slag in de Javazeee verloor Lammert Brink in de nacht van 28 februari op 1 maart 1942 het leven. Lammert Brink deed dienst aan boord van de Nederlandse kruiser “Java” waar hij de functie van kanonnier bekleedde. De “Java” maakte in die tijd, februari 1942, deel uit van een contingent geallieerde schepen die betrokken waren bij de verdediging vart het toenmalige Nederlands­Indië tegen de steeds groter wordende overmacht van de Japanners. Door het veel grotere bereik van de kanon­nen van de Japanse kruisers was het, een bij voorbaat, verloren slag. Nadat onder andere de Nederlandse tor­pedojager “Kortenaer” en een Engelse kruiser tot zin­ken waren gebracht, werd tegen middernacht de “Java” getroffen door een Japanse torpedo. Het schip brak in tweeën en ging ten onder in de golven. Vrijwel tegelijk werd ook het com­mandoschip van de vloot, de kruiser “De Ruyter” geraakt en hoewel dit schip nog geruime tjd bleef drijven trof het uiteindelijk toch hetzelf­de lot als de “Java”. In de nacht van 28 februari op 1 maart gingen 60.000 Japan­ners in Java aan land terwijl op 5 maart Batavia moest worden prijsgegeven. Met de “Java” en de “De Buyter” vonden 850 mannen van de Koninklijke Marine een zee­mans graf in de Javazee. Mee zonken Karel Doorman met zijn staf en de commandant van de “Java”, kapitein ter zee Van Straelen. Mee zonk ook Lammert Brink.

 

Vier jonge boeren bekoch­ten de melkactie met hun leven.

Toen de Duitse bezet­ters eind april 1943 bevolen dat eerder vrijgelaten krijgs­gevangenen van het Neder­landse leger zich opnieuw moesten melden, ontwikkel­de zich een storm van pro­testen vanuit de Nederland­se bevolking. Overal in het land braken spontaan sta­kingen uit, die de geschiede­nis ingingen als de ‘mei-sta­kingen’ . De meest voorko­mende vorm van protest op het platteland werd het niet meer leveren van melk aan de zuivelfabrieken waar­door de export van zuivel­produkten naar Duitsland ernstig stagneerde.

Zo ook aan de Kamperzeedijk op de zaterdag van de eerste mei 1943. De melkrij­der die ‘s morgens de volle melkbussen op moest halen is zonder ook maar één liter melk teruggekeerd bij de melkfabriek. De Duitsers reageren woedend en sturen melkrijder Gerard van Assen ‘s avonds opnieuw op pad samen met een NSB’er om duidelijk te maken dat het hen ernst is.

Het resultaat is nihil. Achter de melkwagen verzamelt zich een groep jeugdige Zee­dijkers die, zo gauw de melk­rijder de bussen op de wagen zet, deze er met dezelfde vaart weer afhalen. De mee­rijdende NSB’er reageert geïrriteerd maar nergens escaleert de actie.

Aangeko­men bij de woning van de familie Van Oene, het huidi­ge Kamperzeedijk 27 tegen­over de Mandjeswaardbrug, slaat echter de vlam in de pan. De jonge boer kan zich niet meer beheersen en grijpt de NSB’ er bij de jas. De zwarte uniformpet valt op de grond, maar voordat de boze Van Oene verder kan gaan, wordt hij tegengehouden door zijn zwager die hem in bedwang weet te houden. Direct na het vooval reali­seert men zich de ernst van de situatie en Van Oene besluit onder te duiken bij zijn zuster.

Tevergeefs echter, want een uur na het gebeurde zijn de woedende Duitsers terug en weten hem te arresteren. Tegelijk met Van Oene wor­den nog zeven jongemannen opgepakt, die min of meer bij de actie betrokken waren. Uiteindelijk zijn van de acht gearresteerden slechts vier teruggekeerd bij hun fami­lie. Hannes van Oene werd op maandag 3 mei in de bos­sen bij Almelo door een Duits vuurpeleton gefusilleerd. Hendrik Hertzenberg en Gerrit van Heerde kwamen tijdens de oorlog om in Duit­se concentratiekampen en Willem Beldman overleed in Zweden vlak na zijn bevrij­ding uit het concentratie­kamp Neuengamme.

Op vrijdag 22 september kreeg Klaas Huisman, machinist van d’Olde Mesie­ne, van de Duitsers het bevel om touwen en takels klaar te leggen, waarmee de volgende morgen de sluisdeuren zouden worden opengetrok­ken. Hierdoor kon het bui­tenwáter vrij Mastenbroek instromen waardoor de pol­der in korte tijd onder water zou komen te staan. Het onder water zetten van gebieden was een poging van de Duitsers om de geal­lieerde luchtlandingen te voorkomen. Huisman wei­gerde echter zijn medewer­king en bracht nog diezelfde nacht zijn huisraad over naar de familie Brommer en dook onder bij de familie Knol in het buurtschap Streukel bij Hasselt. Zijn vrouw kreeg onderdak in Genemujden, bij haar doch­ter. Kort na het vertrek van Huisman blokkeerden leden van het verzet de sluis bij de Prinsen keet met schotten, wagens en puin.

Toen de Duitsers ‘s zater­dagsmorgens ter plekke kwamen waren ze woedend. Uit wraak werd de naastge­legen woning van de familie Kloosterman in brand gesto­ken en werden in de verlaten woning van Huisman drie granaten gegooid waardoor aanzienlijke schade werd aangerIcht.

Nadat ongeveer 10n Gene­muidenaren gedwongen wprden de blokkade op te ruimen werden de sluisdeu­ren waarschijnlijk door de Duitsers zelf opengetrokken, waarna het water de polder instroomde.

Terwijl het water in Masten­broek steeds verder steeg bracht Huisman op 13 november per fiets een bezoek aan zijn vrouw in Genemuiden. Het zou de laatste keer zijn dat ze elkaar zouden zien. Op de terugweg fietste Huisman via de familie Brommer dl’ polder in, waarschijnlijk om een bezoek te brengen aan de dijkgraaf in ‘s Heeren­broek. Die middag verdronk hij in het water van Masten­broek. Veel vràgen over de oorzaak bleven over.

 

In memoriam Enlest Percy Henry Peek en James Henry WiIliams

Op 24 september 1943 voer­den piloot sergeant Peek en navigatie-officier Williams, twee R.A.F.-militairen, een fotoverkenningsvlucht uit in pen twee-motorige houten Mosquito. Waarschijnlijk is boven Groningen een motor uitgevallen, waarna de piloot op halve kracht pro­beerde weg te komen door naar het zuiden te vliegen. Tusen Genemuiden en Vol­lenhoye werd het vljegtuig opgewacht door Duitse jagers en er volgde een kort en ongelijk gevecht. De mos­quito van de B.A.F.-piloten werd geraakt en explodeer­de in de lucht. OP romp en de motor kwamen neer in het land achter de toenmalige boerderij van de familie Sel­les, het huidige Kamperzee­dijk 31.

De beide piloten overleefden de aanval niet; zij werden door de Duitsers in Westen­holte begraven. Na intensief onderzoek van IJsselmuide­naar Gerrit de Buiter wer­den op 22 mei 1993 de resten van het vliegtuig opgegra­ven.

 

Dit vind je misschien ook leuk...