Alles is vergeefs geweest als wij vergeten
Wie waren nu die mensen die wij gedenken aan de Kamperzeedijk, die namen die op het monument staan?
Lammert Brink
Tijdens de slag in de Javazeee verloor Lammert Brink in de nacht van 28 februari op 1 maart 1942 het leven. Lammert Brink deed dienst aan boord van de Nederlandse kruiser “Java” waar hij de functie van kanonnier bekleedde. De “Java” maakte in die tijd, februari 1942, deel uit van een contingent geallieerde schepen die betrokken waren bij de verdediging vart het toenmalige NederlandsIndië tegen de steeds groter wordende overmacht van de Japanners. Door het veel grotere bereik van de kanonnen van de Japanse kruisers was het, een bij voorbaat, verloren slag. Nadat onder andere de Nederlandse torpedojager “Kortenaer” en een Engelse kruiser tot zinken waren gebracht, werd tegen middernacht de “Java” getroffen door een Japanse torpedo. Het schip brak in tweeën en ging ten onder in de golven. Vrijwel tegelijk werd ook het commandoschip van de vloot, de kruiser “De Ruyter” geraakt en hoewel dit schip nog geruime tjd bleef drijven trof het uiteindelijk toch hetzelfde lot als de “Java”. In de nacht van 28 februari op 1 maart gingen 60.000 Japanners in Java aan land terwijl op 5 maart Batavia moest worden prijsgegeven. Met de “Java” en de “De Buyter” vonden 850 mannen van de Koninklijke Marine een zeemans graf in de Javazee. Mee zonken Karel Doorman met zijn staf en de commandant van de “Java”, kapitein ter zee Van Straelen. Mee zonk ook Lammert Brink.
Vier jonge boeren bekochten de melkactie met hun leven.
Toen de Duitse bezetters eind april 1943 bevolen dat eerder vrijgelaten krijgsgevangenen van het Nederlandse leger zich opnieuw moesten melden, ontwikkelde zich een storm van protesten vanuit de Nederlandse bevolking. Overal in het land braken spontaan stakingen uit, die de geschiedenis ingingen als de ‘mei-stakingen’ . De meest voorkomende vorm van protest op het platteland werd het niet meer leveren van melk aan de zuivelfabrieken waardoor de export van zuivelprodukten naar Duitsland ernstig stagneerde.
Zo ook aan de Kamperzeedijk op de zaterdag van de eerste mei 1943. De melkrijder die ‘s morgens de volle melkbussen op moest halen is zonder ook maar één liter melk teruggekeerd bij de melkfabriek. De Duitsers reageren woedend en sturen melkrijder Gerard van Assen ‘s avonds opnieuw op pad samen met een NSB’er om duidelijk te maken dat het hen ernst is.
Het resultaat is nihil. Achter de melkwagen verzamelt zich een groep jeugdige Zeedijkers die, zo gauw de melkrijder de bussen op de wagen zet, deze er met dezelfde vaart weer afhalen. De meerijdende NSB’er reageert geïrriteerd maar nergens escaleert de actie.
Aangekomen bij de woning van de familie Van Oene, het huidige Kamperzeedijk 27 tegenover de Mandjeswaardbrug, slaat echter de vlam in de pan. De jonge boer kan zich niet meer beheersen en grijpt de NSB’ er bij de jas. De zwarte uniformpet valt op de grond, maar voordat de boze Van Oene verder kan gaan, wordt hij tegengehouden door zijn zwager die hem in bedwang weet te houden. Direct na het vooval realiseert men zich de ernst van de situatie en Van Oene besluit onder te duiken bij zijn zuster.
Tevergeefs echter, want een uur na het gebeurde zijn de woedende Duitsers terug en weten hem te arresteren. Tegelijk met Van Oene worden nog zeven jongemannen opgepakt, die min of meer bij de actie betrokken waren. Uiteindelijk zijn van de acht gearresteerden slechts vier teruggekeerd bij hun familie. Hannes van Oene werd op maandag 3 mei in de bossen bij Almelo door een Duits vuurpeleton gefusilleerd. Hendrik Hertzenberg en Gerrit van Heerde kwamen tijdens de oorlog om in Duitse concentratiekampen en Willem Beldman overleed in Zweden vlak na zijn bevrijding uit het concentratiekamp Neuengamme.
Op vrijdag 22 september kreeg Klaas Huisman, machinist van d’Olde Mesiene, van de Duitsers het bevel om touwen en takels klaar te leggen, waarmee de volgende morgen de sluisdeuren zouden worden opengetrokken. Hierdoor kon het buitenwáter vrij Mastenbroek instromen waardoor de polder in korte tijd onder water zou komen te staan. Het onder water zetten van gebieden was een poging van de Duitsers om de geallieerde luchtlandingen te voorkomen. Huisman weigerde echter zijn medewerking en bracht nog diezelfde nacht zijn huisraad over naar de familie Brommer en dook onder bij de familie Knol in het buurtschap Streukel bij Hasselt. Zijn vrouw kreeg onderdak in Genemujden, bij haar dochter. Kort na het vertrek van Huisman blokkeerden leden van het verzet de sluis bij de Prinsen keet met schotten, wagens en puin.
Toen de Duitsers ‘s zaterdagsmorgens ter plekke kwamen waren ze woedend. Uit wraak werd de naastgelegen woning van de familie Kloosterman in brand gestoken en werden in de verlaten woning van Huisman drie granaten gegooid waardoor aanzienlijke schade werd aangerIcht.
Nadat ongeveer 10n Genemuidenaren gedwongen wprden de blokkade op te ruimen werden de sluisdeuren waarschijnlijk door de Duitsers zelf opengetrokken, waarna het water de polder instroomde.
Terwijl het water in Mastenbroek steeds verder steeg bracht Huisman op 13 november per fiets een bezoek aan zijn vrouw in Genemuiden. Het zou de laatste keer zijn dat ze elkaar zouden zien. Op de terugweg fietste Huisman via de familie Brommer dl’ polder in, waarschijnlijk om een bezoek te brengen aan de dijkgraaf in ‘s Heerenbroek. Die middag verdronk hij in het water van Mastenbroek. Veel vràgen over de oorzaak bleven over.
In memoriam Enlest Percy Henry Peek en James Henry WiIliams
Op 24 september 1943 voerden piloot sergeant Peek en navigatie-officier Williams, twee R.A.F.-militairen, een fotoverkenningsvlucht uit in pen twee-motorige houten Mosquito. Waarschijnlijk is boven Groningen een motor uitgevallen, waarna de piloot op halve kracht probeerde weg te komen door naar het zuiden te vliegen. Tusen Genemuiden en Vollenhoye werd het vljegtuig opgewacht door Duitse jagers en er volgde een kort en ongelijk gevecht. De mosquito van de B.A.F.-piloten werd geraakt en explodeerde in de lucht. OP romp en de motor kwamen neer in het land achter de toenmalige boerderij van de familie Selles, het huidige Kamperzeedijk 31.
De beide piloten overleefden de aanval niet; zij werden door de Duitsers in Westenholte begraven. Na intensief onderzoek van IJsselmuidenaar Gerrit de Buiter werden op 22 mei 1993 de resten van het vliegtuig opgegraven.